Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Architectuur gebruiken om de ontruiming van Israëlische nederzettingen voor te bereiden

Architectuur gebruiken om de ontruiming van Israëlische nederzettingen voor te bereiden

BRUSSEL -- Wat moeten de Palestijnen aanvangen met de Israëlische kolonies en militaire basissen als ze die ooit terug in handen krijgen? Vernietigen of gewoon de bestaande functies behouden. De architecten Sandi Hilal, Alessandro Petti en Eyal Weizman bewijzen in de tentoonstelling ‘Decolonizing Architecture’ in de Brusselse Bozar dat er ook nog een derde optie is.

8289_img1.jpg

Militair kamp van Oush Grab © Francesco Mattuzzi

Volgens de Palestijnse architecte Sandi Hilal denk je best lang van te voren na over de toekomstige bestemming van de Israëlische nederzettingen op Palestijns grondgebied. “Het lijkt natuurlijk alsof de kolonies eeuwig zullen blijven bestaan, maar dat is niet zo. Toen de nederzettingen in Gaza toch plots werden ontruimd, bleek dat de Palestijnen daar niet op voorbereid waren. In zo'n geval is de totale vernietiging vaak de enige uitweg. Uit milieu-overwegingen alleen al is dat geen goede oplossing.”

Je zou de koloniale structuur ook gewoon intact kunnen laten. “Palestijnse elites kunnen de plaats van kolonisten innemen. Maar zo creëer je een klassenmaatschappij met tegenstellingen die nu nog niet zo scherp aanwezig zijn omdat we allemaal samen zoveel onrecht hebben meegemaakt”, zegt Sandi Hilal.

Samen met haar collega's Alessandro Petti en Eyal Weizman zoomt Sandi Hilal in de tentoonstelling 'Decolonizing Architecture' in op de joodse nederzetting van Jabel Tawil/Psagot en de verlaten militaire basis Oush Grab. Zij willen aantonen dat er ook nog een derde optie is tussen vernietiging en recuperatie: samen met de plaatselijke bevolking een alternatieve, publieke bestemming bedenken voor de sinistere ruimtes.

Glimlach
Aanvankelijk waren de drie er niet gerust op. “Het idee dat je kan nadenken over de toekomst van de koloniale structuur moet eerst aanvaard worden. Dat is niet evident. Maar toen we onze plannen voor Oush Grab voorstelden aan de plaatselijke overheden en de inwoners van de naburige stad zagen we een glimlach op hun gezicht verschijnen. Die glimlach was misschien wel het eerste teken van dekolonisatie. Met ons project moedigen we mensen aan om de toekomst voor te bereiden, om hun toekomst zelf in handen te nemen.”

Toch wil Sandi Hilal destructie niet helemaal uitsluiten. “Vernietiging is een logische reactie. We haten deze plaats en willen ze kapotmaken. Alsof je zo ook het onrecht zelf kapotmaakt. Nu wordt de politie opgetrommeld om te verhinderen dat er geplunderd wordt. Je kan de destructie ook organiseren door bijvoorbeeld vooraf te bespreken wat er wel kan of moet vernietigd worden. Woede is namelijk een belangrijk aspect van het dekoloniseringsproject.” Bij de ontmanteling van het militair kamp van Oush Grab was een zekere vorm van destructie essentieel. Om te vermijden dat de kolonisten zich terug meester zouden maken van het terrein, werden gaten geboord in de muren van de basis.

pfile38681_activity8289.jpg

De Israëlische wachttoren in Bethlehem is nu een vogelkijkplaats voor ornitologen © g.r. | D.r.

In Palestina is er grote nood aan openbare ruimtes. “Wij hebben lang zonder overheid geleefd. Daardoor zijn er geen publieke ruimtes. De bezetter verbood ook expliciet openbare ruimtes. Tijdens de intifadah waren alle samenkomsten met meer dan vier mensen verdacht.” Maar de kolonies omturnen in publieke ruimtes is niet evident. “Bij kolonies en militaire basissen gaat het om verboden ruimtes: soms luxeus met zwembaden en altijd op de beste locaties. Daardoor is in ons project toegankelijkheid enorm belangrijk. De rode daken in de nederzettingen zijn ook een symbool van Westerse dominantie. Daken in Palestina worden gemeenschappelijk gebruikt. Bij ons thuis werden er altijd lezingen gegeven op het dak.” In de nederzetting van Jabel Tawil/Psagot staan Hilal en haar collega's zo voor de uitdaging om de kleine, geïsoleerde gezinswoningen om te vormen tot eengemaakte clusters waarin plaats is voor gemeenschapsruimtes, klaslokalen en ziekenhuizen.

Mentaliteit dekoloniseren
In de tentoonstelling kan je zien dat de mentale dekolonisatie ook Hilal niet onbewogen laat. “Mijn vader heeft nog gevangen gezeten in het militaire kamp van Oush Grab. Ik herinner mij nog altijd de blauwe lichten die over ons huis schenen. Ik had enorm sterke gevoelens toen ik voor het eerst in het kamp was. Het besef dat dit een militair kamp was, gaat niet weg. Maar tegelijkertijd voelde het ook aan als een overwinning. Door het feit dat je betrokken bent bij de transformatie van zo'n kamp, ben je niet meer gewoon een toeschouwer van verdrukking. Op zo'n moment besef je dat je ook de mentaliteit van de mensen moet dekoloniseren.”

Filosoof Lieven De Cauter is gastcurator van de tentoonstelling. “Ik vind het bijzonder interessant om te zien hoe architectuur kan worden ingezet in een politieke strijd. De problematiek is ook universeel. Hoe ga je om met de erfenis van het kolonialisme? Ook in Europa heb je gated communities of industriële sites die plots een andere bestemming moeten krijgen.”

In België worden dergelijke sites vaak omgebouwd tot musea. Sandi Hilal vindt dat niet altijd de meest creatieve keuze. “Door een bepaalde site in een museum om te vormen, maak je er opnieuw een gated omgeving van met een omheining en bewakers. Met een museum bevries je ook de realiteit.”

De tentoonstelling kan nog tot 04.01.2009 in het Paleis voor Schone Kunsten/Bozar bezocht worden. Meer info: http://www.bozar.be/activity_gallery.php?id=8289

Sprekend

Bijzonder mooie en sprekende reportage!